Zonneboiler
Kort gezegd verwarmt een zonneboiler uw leidingwater. Maar hoe werkt dat precies? Een zonneboiler bestaat uit een aantal onderdelen: een zonnecollector, een voorraadvat en een naverwarmer. De zonnecollector die op uw dak gemonteerd is, bestaat uit een buizensysteem met vloeistof. De collector vangt zonlicht op, dat de vloeistof in de buizen tot wel 90°C kan verwarmen. De verwarmde vloeistof verwarmt het leidingwater in een op de zonnecollector aangesloten voorraadvat. Het verwarmde leidingwater uit het voorraadvat stroomt via uw cv-ketel naar de kraan. Is het water te koud, dan warmt de cv-ketel het water op tot de minimale temperatuur van 60°C, waardoor uw cv-ketel als een zogenaamde naverwarmer werkt.
Het gebruik van zonlicht voor het verwarmen van uw water is de meest milieuvriendelijke manier. Door de inzet van een zonneboiler worden namelijk minder vervuilende fossiele brandstoffen gebruikt, waardoor de CO2-uitstoot daalt. Zo draagt u bij aan de zorg voor een duurzaam milieu.
Met een zonneboiler bespaart u ruim 50% van de energie die nodig is om uw water te verwarmen. Gemiddeld genomen heeft u de investering van een zonneboiler systeem terugverdient in circa 8 tot 10 jaar tijd.
Warmtepomp
Werking
In de warmtepomp circuleert een speciale vloeistof – koudemiddel genoemd – door een compressor, een condensor, een expansieventiel en een verdamper. Hierbij wordt de warmte uit de bron omgezet in bruikbare energie voor het verwarmen van je huis of het bereiden van warmtapwater voor je keuken of badkamer. Bij dit proces wordt slechts een beperkte hoeveelheid stroom gebruikt. Onder de juiste omstandigheden kan het rendement van een warmtepomp zelfs oplopen tot zo’n 500%. De warmtepomp levert dan met 1 kW aan elektrische (hulp)energie maar liefst 5 kW aan warmte. Een warmtepomp is dan ook een uitstekend en duurzaam alternatief voor conventionele installaties, zoals een gasgestookte cv-ketel. Het hoogste rendement wordt gerealiseerd als je huis is voorzien van een zogeheten Laag Temperatuur Systeem, zoals vloer- of wandverwarming.
Welke bronsystemen zijn er?
Er zijn verschillende mogelijkheden om warmte uit het milieu te onttrekken met behulp van een warmtepomp, zoals grond, water en lucht. Omdat het een investering is voor de lange termijn, is het verstandig om een goede afweging te maken die niet primair wordt bepaald door de aanschafkosten van het totale systeem.
Warmte uit lucht
Een lucht/water warmtepomp onttrekt warmte uit de buitenlucht en gebruikt deze warmte om de woning te verwarmen en/of warmtapwater te bereiden. Zelfs tot buitentemperaturen van -20oC is een moderne warmtepomp in staat om de woning te verwarmen.
Voordeel: Lage investeringskosten ten opzichte van warmtepompsystemen waar grondboringen voor nodig zijn.
Nadeel: Het jaarrendement van deze systemen is lager, omdat deze bij lage buitentemperaturen een lager rendement hebben en de meeste draaiuren.
Ook moet rekening worden gehouden met de geluidsproductie van de buitenunit ten aanzien van de woning en de omgeving.
Warmte uit (grond)water
Warmtepomp kan worden aangesloten op een zogenaamd "open bronsysteem" dat gebruik maakt van grondwater. Er worden twee bronnen (putten) gemaakt zo'n 50 tot 70 meter diep met een onderlinge afstand van circa 40 meter, de eerste voor het oppompen van het grondwater en de tweede bron voor het retourneren van het grondwater.
Deze systemen worden eigenlijk uitsluitend toegepast bij grotere vermogens en niet bij individuele woningen.
Voordeel: Een hoog rendement dankzij een constante grondwatertemperatuur tussen de 10oC en de 12oC. Ook ideaal voor grote vermogens >40 kW. Ook bestaat de mogelijkheid om de woning te koelen tegen zeer lage energiekosten.
Nadeel: De installatie en het onderhoud ervan zijn kostbaar en daardoor alleen rendabel voor meerdere woningen, appartementencomplexen of utiliteit.
Warmte uit de grond
Om warmte uit de grond te onttrekken wordt gebruik gemaakt van een zogenaamde "gesloten bron". Bij een gesloten bron worden warmtewisselaars (buizen) de grond ingebracht. Omdat Nederland relatief makkelijk kan worden geboord, wordt er vaak gekozen voor een verticale warmtewisselaar.
Ook kan er worden gekozen voor een horizontale bodemwarmtewisselaar, waarbij er een wisselaar wordt aangebracht op circa 1,5 meter diepte over een groot oppervlak. De buizen in de grond worden gevuld met een water/glycol mengsel (brine) om kans op bevriezing te beperken.
Voordeel: Een gunstig rendement over het hele jaar omdat de brontemperatuur doorgaans nooit lager is dan 0oC. Uiterst lange levensduur en minimaal onderhoud. Bij dit systeem bestaat ook de mogelijkheid om de woning te koelen tegen zeer lager energiekosten.
Nadeel: Voor wat betreft de aanschaf/onderhoud is een gesloten bron aanzienlijk goedkoper dan een open bron. Echter zijn de kosten bij aanschaf een stuk hoger als bij een lucht/water systeem.